Studenten steeds later uit huis

De kans is groot dat jouw ouders op veel jongere leeftijd op zichzelf gingen wonen dan dat jij nu van plan bent om weg te gaan. Steeds meer jongeren blijven lang thuis wonen. De studerende jongeren gingen in 2016 een jaar later op kamers dan in 2012. Over de duur van een gemiddelde studie, ongeveer 4 á 5 jaar, gaan studenten dus 20 tot 25 procent later weg bij hun ouders. Dit scheelt dus heel veel. Ook jongeren die niet studeren gaan steeds later uit huis. Werkende jongeren gingen in 2016 0,7 jaar later uit huis dan in 2012. In totaal betekent dit dat jongeren in 2012 met 22,8 jaar uit huis gingen. In 2017 verlieten zij pas hun ouderlijk huis met 23,5 jaar.

Leenstelsel

Een belangrijke oorzaak voor het niet op kamers gaan van studenten is de invoering van het leenstelsel. Doordat studenten nu moeten lenen om hun studentenwoning te kunnen betalen, willen ze minder snel uit huis. Thuis wonen is namelijk veel goedkoper. In 2012 hadden studenten nog recht op een basisbeurs. Studenten die thuis bleven wonen, kregen een minder hoge beurs dan studenten die uit huis gingen. Hierdoor was het makkelijker om een kamer te kunnen betalen. Nu de basisbeurs is afgeschaft, is het dus veel duurder voor studenten om op kamers te gaan. Voor de studenten die in 2020 gaan beginnen met studeren, wordt het nog duurder om te lenen. Er wordt dus verwacht dat de leeftijd wanneer studenten hun ouders verlaten de komende jaren nog hoger wordt.

Huizen te duur

Voor de niet studerende jongeren speelt de studieschuld natuurlijk geen rol bij het verlate uit huis gaan. Voor hen is het grootste probleem dat huizen te duur zijn. Ook heb je steeds meer eigen geld nodig om je eigen huis te kunnen kopen, omdat je niet meer voor het gehele bedrag dat je huis kost een hypotheek kunt afsluiten. Daarnaast is de wachttijd voor sociale huurwoningen heel erg toegenomen. Tussen de tijd van inschrijving voor een huurhuis en de tijd dat je daadwerkelijk een huis toegewezen krijgt, kan makkelijk een aantal jaar zitten.

Te weinig kamers beschikbaar

Wat verder nog een probleem is voor studenten, is dat er steeds minder kamers beschikbaar zijn. Hiervoor zijn meerdere reden. Ten eerste komen er steeds meer internationalen in Nederland studeren, die natuurlijk ook een kamer nodig hebben. Zij kunnen namelijk niet thuis blijven wonen. Ook zijn er over het algemeen veel meer jongeren die studeren dan vroeger. Daardoor is het aantal studenten in verhouding tot het aantal kamers niet gelijk.

Een gevolg van het tekort aan studentenwoningen is dat de prijzen alleen maar stijgen. Omdat er zo veel vraag naar kamers is, kunnen de huisbazen de huur makkelijk wat omhoog gooien. Er is namelijk vast wel iemand die zo’n hoge prijs wil betalen. Dit is een groot nadeel. Hoe hoger de huurprijzen zijn, hoe minder snel jongeren het ouderlijk huis verlaten.

Geen lening durven afsluiten

Als laatste zijn er nog de studenten die geen lening durven af te sluiten. Hiervoor kunnen zij twee redenen hebben. Als eerste zijn ze bang geen goedbetaalde baan te kunnen vinden. Niet met alle studies is er veel garantie op een baan die goed verdient of om überhaupt een baan te kunnen vinden. Het feit dat deze studenten niet zeker weten of ze hun studie wel kunnen afbetalen, houdt ze tegen om een lening af te sluiten. Een andere reden kan zijn dat studenten bang zijn dat ze door hun lening later geen huis kunnen kopen. Een opgebouwde studieschuld kan namelijk invloed hebben op de maximale hoogte van de hypotheek voor je toekomstige huis.

In het kort komt het later uit huis gaan van studenten en werkende jongeren dus door heel veel redenen. Dat dit een zorgelijk verschijnsel is, is wel zeker. Jongeren worden zo minder snel zelfstandig en moeten zich nu al druk maken over het leven na hun studententijd, terwijl ze eigenlijk alleen maar met studeren en hun studentenleven bezig zouden moeten zijn.

Naar: Punt.avans.nl, universonline.nl, NU.nl en CBS.nl